“Hmm, ik twijfel…” zegt de vrouw. “Ik vind ze wel mooi en ze zitten wel lekker, maar… zijn ze niet te glad?”
“Te glad?” roept oudste zoon verbaasd. Hij is net zestien en heeft een baantje voor de zaterdag bij een plaatselijke schoenwinkel. Zo een van ‘veel geweld voor weinig geld’.
“Ja het zit zo,” zegt de vrouw “In mijn werk heb ik schoenen nodig waar ik niet mee uitglijd.”
“Nou mevrouw dat gaat met deze schoenen echt niet gebeuren,” roept hij luid. “Wacht maar even…” Oudste rent naar achter en komt terug met een emmer water en een dweil. Hij giet direct een plas over de tegelvloer en zegt: “Nou mevrouw, probeer ze maar eens uit.”
Verbouwereerd loopt de vrouw door de plas en is overtuigd.
De schoenen zijn niet ‘slippery when wet’ en worden gekocht. De schoenwinkelbaas kan er niet om lachen. Te veel tumult in de zaak en te riskant. Dat mag hij niet meer doen. Er wordt extra op hem gelet.
Een zaterdag later staat een vrouw met hond voor de winkelopening naar binnen te turen. Zoon merkt haar op en nodigt haar uit om binnen te komen.
“Mag niet” zegt ze en wijst op haar hond.
“Oh maar dat is geen probleem hoor mevrouw? Die houd ik wel even vast.” Terwijl de vrouw binnen winkelt, staat zoonlief buiten met de hond.
Zijn baas is weer niet blij en besluit dat het genoeg is.
Oudste krijgt zijn ontslag en moet op zoek naar een nieuwe bijbaan. En de schoenwinkel? Die is er niet meer. Wegens een teruglopende omzet, de bankencrisis en online winkels ofzo.
Natuurlijk.
En de oudste? Die maakt carrière en is een kei in sales. Op zijn eigen creatieve wijze.
Natuurlijk.